15 VERKLARING VAN DEN ACCOUNTANT. GRONINGEN, 2 Februari 1925. L. S. In opdracht van den Raad van Toezicht werd de administratie van de Algemeene Friesche Hypotheekbank te Leeuwarden, over het boekjaar 1924 door mij gecontroleerd. Ik heb o.m.: de acten van de in 1924 gesloten leeningen (behoudens enkele, die tot heden nog niet zijn ingekomen) met de boeken in overeenstemming bevonden; de volgens de boeken verschuldigde renten en aflossingen verantwoord gevonden; de „pandbrieven in portefeuille” aanwezig-, en de „gecreëerde pandbrieven” in over eenstemming bevonden met de opgemaakte processen-verbaal; mij er van overtuigd dat de aflosbaar gestelde pandbrieven, voor zoover aangeboden, blijkens de opgemaakte processen-verbaal, zijn vernietigd; het bewijs gezien, waaruit bleek, dat de effecten van de „Belegde Reserve” berustten bij de Nederlandsche Bank; de saldo-biljetten van kassiers en rekening-couranthouders in overeenstemming be vonden met de saldi volgens de boeken; de betaalde coupons en dividenden aanwezig bevonden. Op grond van dit onderzoek verklaar ik, dat de door mij voor accoord geteekende Balans en Winst- en Verliesrekening, een juist overzicht geven van den toestand der Bank op 31 December 1924 en van de resultaten over het afgeloopen boekjaar. J. DOORNBOS, accountant.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1924 | | pagina 17