12
De in 1924 gesloten leeningen zijn te verdeden als volgt:
A. Naar de grootte.
hooger dan
tot en met 1.000.
1.000.— - 5.000.—
4 leeningen tot
33
een
bedrag van
2.300.—
107.670.—
5.000.—
- 10.000.—
26
191.610.-
10.000.—
- 25.000.—
54
928.050.—
25.000.—
- 50.000.-
28
981.350.—
50.000.
- 75.000.—
9
546.000.—
75.000.^
- 100.000.—
3
261.900.—
100.000.—
1 leening
112.000.—
Totaal 158 leeningen tot een bedrag van 3.130.880.
Gemiddeld bedrag per leening19.816.(vórig jaar 13.330.
B. Naar de wijze van aflossing.
6 leeningen zonder periodieke aflossingen43.155.—
152 met - 3.087.725.—
Totaal 158 leeningen tot een bedrag van3.130.880.
C. Naar de ligging van het onderpand.
’s Gravenhage
43 leeningen tot
een
bedrag
van
Friesland
34
- 247.775.—
Rotterdam
27
- 534.740.—
Amsterdam
25
- 787.850.-
Zuid-Holland (behalve Rotterdam en ’s Gravenh.)
i 9
- 248.060.—
Noord-Holland (behalve Amsterdam)
9
- 92.665.—
Overijsel
5
- 25.425.-
Gelderland
3
- 24.570.—
Groningen
1 leening
1.600.—
Drenthe
1
5.900.-
Utrecht
1
,j
16.000.—
Totaal 158 leeningen tot een bedrag van 3.130.880.
D. Naar den rentevoet.
1 leening 5| tot een bedrag van84.900.
2 leeningen 5f - 22.000.
67 6 - 1.015.555.
50 6i - 1.207.200.-
38 6| - 801.225.—
Totaal 158 leeningen tot een bedrag van3,130.880.
Gemiddelde rente 6.209 (vorig jaar 5.732).
99
99 99
99
99
99
99
99
99
99
99
93
99
39
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
-
99
99
99
9X
99
99
99
99
99
99
99
99
i
99
99
99
f 1.146.295.—
jj
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
93
99
...99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99 -
99
99
99
99
99
99
99
39
99