4
het verkrijgbaar stellen onzer 5% stukken moesten lijden, aanleiding vonden tot het creëeren
van een nieuw rentetype, dat der 5 V* °/o pandbrieven. Met de uitgifte van deze stukken
begonnen wij in de maand April tegen een koers van 99 waarop zij gereedelijk plaatsing
vonden. Nadat wij dien koers in den loop van den zomer nog hadden verhoogd tot 100%,
hebben wij de verkrijgbaarstelling voortgezet tot in de maand November, toen wij zagen aan
komen, dat het op den duur moeilijk zou vallen goede hypotheken te vinden tegen een interest,
die het uitgeven van ö'/a °/o pandbrieven rechtvaardigt. Wij hadden toen in het geheel voor
een bedrag van 595.800.van dat type geplaatst en daarvoor de officieele noteering ter
Amsterdamsche beurze verkregen. In plaats daarvan stelden wij toen onze 5% pandbrieven
tegen den koers van 98% verkrijgbaar, terwijl mede de koers onzer 4 Va "/o pandbrieven door
ons werd verhoogd tot 91
Ook dit jaar kwam wederom een aanzienlijk bedrag door het vervroegd aflossen van
leeningen voor herbelegging te onzer beschikking, n.1. 1.427.456.69 tegenover 843.011.
in het jaar tevoren.
Voor de vrijkomende gelden vonden wij successievelijk zeer voldoende hypotheken
tegen voorwaarden, welke een behoorlijk rendement waarborgen. Wij meenden dit jaar het
onderpand van onze leeningen voornamelijk in courante woonhuis- en winkelperceelen in de
groote steden te moeten zoeken, omdat deze nog het minst te lijden schijnen te hebben van
de ingetreden waardedaling. De rente, welke wij voor nieuwe posten konden bedingen heeft
voor dit jaar in den regel afwisselend 6 nju, en 5% °/o bedragen.
Voornamelijk dank zij de wederom in het afgeloopen jaar toegenomen rentewinst, is
het winstcijfer aanzienlijk hooger dan over het jaar tevoren. Het surplus toch van de ge
middelde hypotheekrente der uitstaande leeningen boven de gemiddelde rente voor de in omloop
zijnde pandbrieven steeg van 0.888 bij den aanvang van het jaar, tot 0.974 °/o aan het einde
daarvan. Doch ook de totaal op den dienst der leeningen genoten provisie is in het afgeloopen
jaar nog iets hooger geweest dan in het jnar tevoren, n.1. 39.875.47 tegen 38.555.82.
Het netto-winstcijfer steeg van 85.945.43 tot ƒ98.142.20. Zooais U bij ons voor
stel tot winstverdeeling zult zien, achten wij het gewenscht, behalve een gedeelte der winst op
nieuwe rekening over te brengen, ook nog een bedrag van ƒ15.000.te bestemmen voor af
schrijving op het hoofd Geldleeningen. Wij hebben n.1. twee leeningen voor een gezamenlijk
bedrag van f 100.000.loopen, waarvan de schuldenaren in staat van faillissement zijn ver
klaard en waaromtrent wij nog niet tot executorialen verkoop overgingen, omdat wij er meer
voordeel in zagen het onderpand door onderhandsche verkoopen van lieverlede te gelde te
maken. Wij meenen echter te moeten aannemen, dat ook op deze wijze de afwikkeling van
deze posten voor onze Bank verlies zal opleveren, waarom wij het voorzichtig oordeelen reeds
thans een zeker bedrag voor het op die posten te lijden verlies af te schrijven. De achter
stallige rente, op die posten verschuldigd, is reeds op het hoofd „Intrest Geldleeningen”
afgeboekt.
Evenals vorig jaar zouden wij het uit te keeren dividend met niet meer dan één
percent willen zien verhoogd, waardoor het mogelijk wordt onze reserves wederom belangrijk
te versterken.
Op de laatste pagina van dit verslag is een overzicht opgenomen van de bedrijfs
resultaten onzer Bank van het jaar van de oprichting af.