LS.
13
Verklaring van den Accountant.
GRONINGEN, 20 Februari 1923.
In opdracht van den Raad van Toezicht werd de administratie van de Algemeene
Friesche Hypotheekbank te Leeuwarden, over het boekjaar 1922 door mij gecontroleerd.
Ik heb o.m.
de acten van de in 1922 gesloten leeningen (behoudens enkele, die tot heden nog niet
zijn ingekomen) met de boeken in overeenstemming bevonden
de volgens de boeken verschuldigde renten en aflossingen verantwoord gevonden, met
uitzondering van de in dit verslag genoemde posten
de „pandbrieven in portefeuille” aanwezig-, en de „gecreëerde pandbrieven” in over
eenstemming bevonden met de opgemaakte processen-verbaal
de in 1922 aflosbaar gestelde pandbrieven, voor zoover aangeboden, aanwezig bevonden;
het bewijs gezien, waaruit bleek, dat de effecten van de „Belegde Reserve” berustten
bij de Nederlandsche Bank
de saldo-biljetten van kassiers en rekening-couranthouders in overeenstemming bevonden
met de saldi volgens de boeken
de betaalde coupons en dividendbewijzen aanwezig bevonden.
Op grond van dit onderzoek verklaar ik, dat de door mij voor accoord geteekende
Balans en Winst- en Verliesrekening, een juist overzicht geven van den toestand der Bank
op 31 December 1922 en van de resultaten over het afgeloopen boekjaar.
J. DOORNBOS,
Accountant.