5 cair crediet, welke zich vrijwel het gehèele jaar door heeft doen gelden, naast de betrekkelijke schaarschte aan geld, die er in het algemeen bestond. Na ruime afschrijving op ons kantoorgebouw en meubilair, is het winstcijfer gestegen tot 74.484.33h* tegen ƒ60.126.481/* over 1919. Deze stijging stelt ons in staat het uit te keeren dividend, ondanks het feit, dat in het afgeloopen jaar een uitbreiding van het aandeelen- kapitaal heeft plaats gehad, te verhoogen. Zelfs, zou zij een nog hoogere uitkeering dan de door ons voorgestelde toelatenmet het oog op de onzekere economische tijdsomstandigheden achten wij het echter raadzaam wederom onze reserves belangrijk te versterken, zoodat het dividend slechts twee percent hooger wordt voorgesteld dan verleden jaar. de Aandeelhoudersvergadering van 24 Januari 1920, werden bij Kon. Besl. van 29 April d a.v. No. 111 goedgekeurd, terwijl de in de Aandeelhoudersvergadering van 23 December 1920 aange nomen wijzigingen aan het einde van het boekjaar de Koninklijke bewilliging nog niet hadden ont vangen. Inmiddels is ook deze goedkeuring afgekomen bij Kon. Besl. van 16 Februari 1921, No. 28. Krachtens de op 24 Januari 1920 tot stand gekomen statutenwijzigingen is het maat schappelijk kapitaal uitgebreid met één millioen gulden, welk bedrag zal worden uitgegeven in vier seriën, elk van 250.000.welke motten zijn geplaatst uiterlijk op 1 Januari 1929. Ten einde de eerste serie te plaatsen, hielden wij in het begin van het jaar een inschrijving voor de uitgifte van 250.000 nieuwe aandeelen, tegen den koers van 115 °/o, met recht van voorkeur voor aandeelhouders. Het beschikbare bedrag werd belangrijk overteekend, zoodat de vrije inschrijvingen aanmerkelijk moesten worden gereduceerd. Daardoor is het bij aandeelhouders geplaatste kapitaal uitgebreid tot 1.250.000.waarop 10 °/o gestort, welk bedrag geheel deelt in de winst van dit jaar. 4l/*°/o en 5% pandbrieven onderworpen aan een uitloting pari van ten minste 4% van het in ieder jaar uitgegeven bedrag, zoodat de houders de zekerheid hebben hun geld uiterlijk in 25 jaar integraal terug te ontvangen. In totaal werd in dit jaar aan onze pandbrieven geplaatst voor een bedrag ad ƒ656.950.— tegen ƒ1.496.250.in 1919. Evenals in vorige jaren werden in het belang van de pandbriefhouders alle aangeboden pandbrieven op de gebruikelijke wijze van V* beneden de koersen van uitgifte, zooals die noteerden op den dag van aanbieding, teruggenomen. Het aangeboden en teruggenomen bedrag Statuten. Er hadden in dit jaar tweemaal wijzigingen der Statuten plaats. Die, aangenomen in Rijkspost- De geregelde contróle op ons bedrijf vanwege de Rijkspostspaarbank werd dit jaar spaarbank. voortgezet. In den loop van het jaar werd wederom een aantal onzer pandbrieven door genoemde instelling aangekocht. Rijksverze- Ook dit jaar kwamen onze pandbrieven voor op de lijst van fondsen welke in aan- keringsbank. merkjng komen voor belegging der gelden van de Rijksverzekeringsbank en welke in pand gegeven kunnen worden door werkgevers, die het risico van de bij de ongevallenwet geregelde verzekering zelf wenschen te dragen. Pensioen- Onze pandbrieven bleven geplaatst op de lijst van fondsen welke in aanmerking komen fondsen. voor belegging van gelden van het Pensioenfonds voor Weduwen en Weezen van Burgerlijke Ambtenaren en van het Pensioenfonds voor Gemeente-Ambtenaren. Pandbrieven. Ook de in dit jaar voor het eerst uitgegeven 6% pandbrieven zijn evenals onze Maatschap pelijk Kapitaal.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1920 | | pagina 7