Een en twintigste Boekjaar.
Mijne Heeren 1
Ingevolge art. 46 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag
van dén toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen jaar met bij
voeging van het rapport, opgemaakt door den heer Joh. Doornbos, accountant te Groningen,
als resultaat van het door hem ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde administratie over
1920 en den stand der Vennootschap.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, den 17 Maart 1920 gehouden,
werden de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1919 goedgekeurd, het divi
dend op 12 °/0 vastgesteld, terwijl daarin als Commissarissen werden herkozen de heeren P. A.
van Rossem en A. J. Brandt, die beiden hunne herbenoeming aannamen.
Wat de personen aangaat, aan wie het beheer der Vennootschap is toevertrouwd,
dient in de eerste plaats gememoreerd, dat in de Directie een algeheele verandering plaats
vond, wegens het aftreden van beide Directeuren. In de buitengewone vergadering van aan
deelhouders, gehouden den 31 Mei 1920, werd den heer Mr. J. G. de Hoop Scheffer, op diens
verzoek, op de meest eervolle wijze ontslag verleend als Directeur en in die van 5 Juli d.a.v.
geschiedde hetzelfde, eveneens op diens verzoek, met den heer N. T. Albarda, die van de op
richting der Bank af, die functie had bekleed. In laatstgenoemde vergadering werd in de ont
stane vacatures voorzien en wel in de eerste, door de benoeming van den heer Mr. J. van
Heusde, Referendaris ter Gemeente-Secretarie van Amsterdam en in de tweede, door de be
noeming van den heer J. Talsma Jzn., candidaat-notaris te Amsterdam.
De heer Th. M. Th. van Welderen Baron Rengers, mede-oprichter der Bank, zag
zich genoodzaakt, wegens drukke werkzaamheden, zijn mandaat als Commissaris neer te leggen.
Wij zeggen hem dank voor de toewijding, welke hij steeds voor de belangen der Bank heeft
getoond. In diens plaats werd in de buitengewone vergadering van aandeelhouders, gehouden
den 23 December 1920, tot Commissaris benoemd de heer N. T. Albarda te ’s Gravenhage,
terwijl in diezelfde vergadering de Raad van Commissarissen werd uitgebreid met twee leden,
door de benoeming van de heeren R. Buisman te Leeuwarden en H. Eisma te Bolsward. Zij
namen allen hunne benoeming aan.
Thans treden volgens rooster af de heeren Jhr. Mr. Dr. A. Röell en D. Harmens,
die wij de eer hebben U voor herbenoeming aan te bevelen.
Het verslag der verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen wij wederom te doen
voorafgaan door eenige algemeene opmerkingen over den gang van ons bedrijf.
Het jaar 1920 heeft zich gekenmerkt door een sterke stijging van den rentestand.
Konden^ wij in ons] vorig verslag constateeren, dat vele Gemeenten en Provinciën overgingen
Algemeen
Overzicht.