L. S.,
19
Verklaring van den Accountant.
GRONINGEN, 23 Februari 1921.
In opdracht van den Raad van Toezicht werd de administratie van de Algemeene
Friesche Hypotheekbank te Leeuwarden, over het boekjaar 1920 door mij gecontroleerd.
Ik heb o.m.
de acten van de in 1920 gesloten leeningen (behoudens enkele, die tot heden nog niet
zijn ingekomen) met de boeken in overeenstemming bevonden
de volgens de boeken verschuldigde renten en aflossingen verantwoord gevonden
de „pandbrieven in portefeuille” aanwezig-, en de „gecreëerde pandbrieven” in over
eenstemming bevonden met de opgemaakte processen-verbaal
de aangeboden „aflosbaar gestelde pandbrieven” aanwezig bevonden, voor zoover deze
niet, blijkens opgemaakt proces-verbaal, in tegenwoordigheid van den Raad van Toezicht, waren
"vernietigd
het bewijs gezien, waaruit bleek, dat de effecten van de „Belegde 'Reserve” berustten
bij de Ned. Bank;
de saldo-biljetten van kassiers en rekening-couranthouders in overeenstemming bevonden
met de saldi volgens de boeken
de betaalde coupons en dividendbewijzen aanwezig bevonden.
Op grond van dit onderzoek verklaar ik, dat de door mij voor accoord geteekende
Balans en Winst- en Verliesrekening, een juist overzicht geven van den toestand der Bank op
-31 December 1920 en van de resultaten over het afgeloopen boekjaar.
J. DOORNBOS,
Accountant.