9
Gemiddelde Pandbriefrente op 31 December 1920 was 4.514 (v. j. 4.460).
Hypotheekrente 31 1920 5.302 (v. j. 4.987).
Als Bijlage V is aan dit verslag toegevoegd eene specificatie van de tot en met
31 December 1920 gecreëerde Pandbrieven.
Koersrekening
De Koersrekening 4 4H 5 en 6 %J Pandbrieven geeft dit jaar een voordeelig
saldo van 37.303.67, als volgt gespecificeerd
Voordeelig saldo Koersrekening 4 Pandbrieven
31.737.69
14.373.11
46.110.80
Nadeelig saldo Koersrekening 5 Pandbrieven
4.681.58
j, 6 /o
1.603.25
6.284.83
Blijft voordeelig saldo van
39.825.97
De zegelkosten, drukkosten en noteeringskosten bedroegen
2.522.30
Zoodat de geheele dienst der Pandbrieven een voordeelig saldo opleverde van
37.303.67
welk bedrag wij toegevoegd hebben aan de Reserve
voor Koers-
verschillen, welke daardoor gestegen is tot 43.160.36.
Hypotheken
Van het jaar 1919 waren bij den aanvang van het boekjaar 1920 in behandeling
14 leeningaanvragen bedragende 271.150.
In 1920 zijn ingediend 214 voor een bedrag ad 3.191.340.
Totaal 228 3.462.490.—
Daarvan zijn toegestaan 195 leeningaanvragen, bedragende 2.742.190.—
Afgewezen 24
281.100.—
Nog in behandeling 9
275.500.—
Totaal 228
3.298.790.—
Minder toegestaan dan werd aangevraagd
163.700.—
3.462.490.—
Tot 31 December 1919 was in hypotheken belegd over
724 leeningen ƒ10.106.163.79
Gedurende 1920 werden gesloten 195 leeningen bedragende 2.742.190.
Totaal 919 leeningen, bedragende ƒ12.848.353.79
Hiervan werd afgelost in 1920 2.945.987.72
Zoodat op ultimo December 1920 was belegd over 706 leeningen 9.902.366.07
Bijlage III geeft een overzicht van de sinds de oprichting der bank in ieder jaar afge
sloten en uitstaande leeningen met de daarop afgeloste bedragen.
f
4:H 7o
IJ
f
JJ
f
JJ
f
JJ
JJ
JJ
