5 Rjjksverzeke- Ook dit jaar kwamen onze pandbrieven voor op de lijst van fondsen welke in aan- Hoewel het meerendeèl geplaatst werd bij het geldbeleggend publiek in onze Provincie, werden ook dit jaar groote bedragen onzer pandbrieven door onderscheidene groote instellingen en fondsen voor belegging aangekocht. In totaal werd geplaatst voor een bedrag ad 1.497.250.tegen ƒ1.411.550.in 1918. Evenals in vorige jaren werden in het belang van de pandbriefhouders alle aangeboden pandbrieven op de gebruikelijke wijze van 14 beneden de koersen van uitgifte, zooals die noteerden op den dag van aanbieding, .teruggenomen. Het aangeboden en teruggenomen bedrag was in 1919 iets lager dan in 1918, n.1. ƒ489.350.tegen ƒ547.950.in 1918, zijnde respec tievelijk 4.92 en 5.98 procent van het op 31 December 1919 en 1918 uitstaand bedrag aan pandbrieven. Hoewel de uitloting pari onzer 414 en 5 pandbrieven en de conversie van een aantal 4 pandbrieven in uitlootbare 414 pandbrieven aan pandbriefhouders de zekerheid geven dat zij binnen afzienbaren tijd hunne in onze pandbrieven belegde gelden integraal terug ontvangen, meenen wij tevens door vlotten inkoop zooveel mogelijk tegemoet te moeten komen aan de belangen van onze pandbriefhouders, die op een zeker tijdstip hunne pandbrieven te gelde willen maken. koop van pandbrieven de beschikking over belangrijke bedragen. De vraag naar hypothecair crediet wasechter ruim voldoende en in de laatste maanden van het jaar zelfs zóó groot, dat wij genood zaakt waren vele aanvragen af te wijzen. Intusschen had deze doorloopende vraag het groote voordeel dat wij slechts de allerbeste posten in behandeling konden nemen tegen voor de Bank behoorlijk winstgevende voorwaarden. Zoowel in Mei als in November werden de verschuldigde renten en periodieke aflos singen wederom zeer vlot betaald, terwijl bijna aan geen enkelen debiteur vrijstelling van periodieke aflossing behoefde verleend te worden. Op 31 December 1919 waren de verschuldigde renten en periodieke aflossingen geheel voldaan, zoodat van de 724 debiteuren met eene hypothecaire schuld van f 10.106.163.79 per ultimo December 1919 evenals verleden jaar niemand achterstallig was. De dotatie aan het Statutair Reservefonds uit de winst 1918 ad 8.200.benevens de gemaakte rente en vrijgekomen gelden door uitloting van effecten, werden belegd in 414 éénjarige schatkistbiljetten. Wij stellen ons voor de na afloop van deze schatkistbiljetten vrij komende gelden wederom op dezelfde wijze te beleggen. Rgkspost- De geregelde controle op ons bedrijf vanwege de Rijkspostspaarbank werd dit jaar spaarbank voortgezet. In den loop van het jaar werd wederom een belangrijk aantal onzer pandbrieven door genoemde instelling aangekocht. rmgsbank. merking komen voor belegging der gelden van de Rijksverzekeringsbank en welke in pand gegeven kunnen worden door werkgevers, die het risico van de bij de ongevallenwet geregelde verzekering zelf wenschen te dragen. Pensioen- Onze pandbrieven bleven geplaatst op de lijst van fondsen welke in aanmerking komen fondsen.voor belegging van gelden van het Pensioenfonds voor Weduwen en Weezen van Burgerlijke Ambtenaren en van het Pensioenfonds voor Gemeente-Ambtenaren. Pandbrieven. Gedurende het geheele jaar werden door ons 4, 414 en 5 pandbrieven afgegeven. Hypotheken. Gedurende het geheele jaar hadden wij èn door aflossingen van hypotheken èn door ver

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1919 | | pagina 7