L S., 19 Verklaring van den flccounfanf. GRONINGEN, 20 Februari 1920. In opdracht van den Raad van Toezicht werd de administratie van de Algemeene Friesche Hypotheekbank te Leeuwarden, over het boekjaar 1919 door mij gecontroleerd. Ik heb o.m. de acten van de in 1919 gesloten leeningen (behoudens enkele, die tot heden nog niet zijn ingekomen) met de boeken in overeenstemming bevonden de volgens de boeken verschuldigde renten en aflossingen verantwoord gevonden de „pandbrieven in portefeuille” aanwezig-, en de „gecreëerde pandbrieven” in over eenstemming bevonden met de opgemaakte prooessen-verbaal de aangeboden „aflosbaar gestelde pandbrieven” aanwezig bevonden, voor zoover deze niet, blijkens opgemaakt proces-verbaal, in tegenwoordigheid van den Raad van Toezicht, waren vernietigd het bewijs gezien, waaruit bleek, dat de effecten van de „Belegde Reserve” berustten bij de Ned. Bank de saldo-biljetten van kassiers en rekening-couranthouders in overeenstemming bevonden met de saldi volgens de boeken de betaalde coupons en dividendbewijzen aanwezig bevonden. Op grond van dit onderzoek verklaar ik, dat de door mij voor accoord geteekende Balans en Winst- en Verliesrekening, een juist overzicht geven van den toestand der Bank op 31 December 1919 en van de resultaten over het afgeloopen boekjaar. J. DOORNBOS, Accountant.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1919 | | pagina 21