10
De in 1919 gesloten leeningen zijn te verdeden als volgt
A. Naar de grootte.
tot
en
met
1.000.
1
leening
tot
een
bedrag
van
800.-
hooger dan
1.000.-
5.000.-
43 leeningen
135.825.—
5.000.—
10.000.-
- 28
194.500.—
1
10.000,—
25.000.
- 42
703.000.—
25.000.-
50.000.-
- 22
859.000.—
50.000.-
75.000.
- 9
563.900.—
75.000.—
100.000.
3
265.000.-
I
100.000. -
1 leening
115.000.-
Totaal
149 leeningen
ƒ2.837.025.—
B. Naar de wyze van aflossing.
12 leeningen voor een zeker aantal jaren vast254.900.—
137 met periodieke aflossingen „2.582.125.
Totaal 149 tot een bedrag van ƒ2.837.025.
C. Naar de ligging van het onderpand.
Friesland
40 leeningen tot
een
bedrag
van
481.725.—
Amsterdam
39
911.350.-
Rotterdam
Zuid-Holland (behalve Rotterdam
24
523.475.-
en ’s-Gravenhage)
16
329.450.-
’s-Gravenhage
14
458.000.-
Noord-Holland (behalve Amsterdam)
10
112.600
Overijsel
5
77
18:625.—
Groningen
1 leening
1.800.-
Totaal
149 leeningen
ƒ2.837.025.
D. Naar den rentevoet.
19 leeningen
tot
een
bedrag
van
289.125-
98
„1.843.750.-
30
683.950.—
2
5V/o
20.200.—
Totaal 149 leeningen
ƒ2.837.025.—
Gemiddelde rente 5.288 (v. j. 4.966).
77
77
77
77
7?
77
X
n
X
71
77
77
77
77
77
77
77
n
77
n
77
77
79
77
77
77
77
77
77
7?
n
71
77
77
7?
77
77
77
77
77
7?
77
X
n
77
17
77
77
77
X
X
77
77
X
n
77
17
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77
7?
>7
77
77
77
77
77
77 77
77
77
77
77
7? 77
77
77
77
77
77 77
X
79
77
77
77 7?
X
77
77
7?
77 97
77
77
77
77
77 77
77
77
77
77
77
r.
77
77
77
77
k 5°/o
77
k 5V/o
77
77
77
77
77
k 51/* °/o
7?
77
77
77
77
7’
77
77
77 r
77
77
77
77