werden de door hen bewoonde huizen tegen hooge prijzen te koopen, terwijl bovendien vele 4 panden overgingen in handen van huizenspeculanten, die bij de steeds oploopende prijzen soms in enkele maanden belangrijke winsten konden behalen. Deze abnormale handel in onroerend goed bracht voor ons bedrijf eene mutatie in de leeningen, welke zelfs die van het vorig jaar belangrijk overtrof. Werd in 1917 voor ruim f 864.000.vervroegd afgelost, in 1918 steeg dit bedrag tot ƒ1.239.757.-* De betrekkelijk lage hypotheekrente in de eer ste drie kwartalen van 1918 werkte deze. mutatie bovendien nog sterk in de hand, doordat zij, die in de jaren 1914 en 1915 tegen hooge rente hypotheek hadden moeten nemen, thans gemakkelijk koopers konden vinden, die door hypotheken met lagere rente een gedeelte der koopsommen konden voldoen. Gaven dus aan den eenen kant deze vervroegde aflossingen belangrijke provisiewinsten, aan den anderen kant werden vele leeningen, die een rente boven de 5% gaven, afgelost, terwijl deze gelden slechts tegen een rente van 4s/4met zeer matige provisie opnieuw konden worden uitgezet. In het begin van het laatste kwartaal kwam er eenige verandering. De vraag naar hypotheken nam toede plaatsing van 414 pandbrieven verminderde zeer en de vervroegde aflossingen kwamen meer tot het normale niveau terug. Hierdoor steeg de rente voor nieuwe posten tot 51/* terwijl ook eene hoogere provisie kon worden bedongen dan in de eerste kwartalen het geval was. Om aan de vraag naar hypothecair crediet te kunnen blijven voldoen besloten wij in zoowel de bovengenoemde vervroegde aflossingen van leeningen met hoog rente-type als de uitgifte van 5% pandbrieven oorzaak geweest, dat de marge tusschen hypotheek- en pandbrief- rente wederom iets terug ging. De koersen van uitgifte der 4% en 414 pandbrieven bleven aanvankelijk gehand haafd op respectievelijk 9314 en 100% en waren tot begin October aan betrekkelijk weinig schommeling onderhevig. Toen bij den aanvang van het laatste kwartaal de vraag naar hypo thecair crediet aanmerkelijk grooter werd en op de beleggingsmarkt eene vrij belangrijke daling der koersen intrad, moesten ook wij de koersen onzer 4% en 414 pandbrieven lager stellen en kwamen die langzamerhand op respectievelijk 8814 en 9614 met welke koersen wij het nieuwe jaar ingingen. De 5% pandbrieven werden aanvankelijk uitgegeven tegen 10014 welke koers op 1 December verlaagd werd tot 100% en waartegen wij tot het eind van het jaar geregeld afnemers vonden. Zooals wij in het vorig jaarverslag reeds opmerkten drukken de sinds 1 Juni 1917 zeer verhoogde zegelkosten de resultaten van ons bedrijf niet onbelangrijk, vooral in jaren waarin, zooals in het afgeloopen jaar, de circulatie onzer pandbrieven sterk vermeerdert. Een belangrijk besluit werd nog door ons op voorstel van de Directie genomen. Na uitvoerige besprekingen in de vereeniging van Directeuren van Hypotheekbanken, ge volgd door een rapport van eenige leden' dezer vereeniging, werd door eene groote meerder heid van Directeuren de wenschelijkheid uitgesproken voortaan te breken met de z.g.n. gepri- vilegeerde pandbrieven, zijnde pandbrieven afgegeven aan enkele groote beleggers onder speciale voorwaarden van terugname. Behalve de groote onbillijkheid tegenover andere pandbrief- houders, die pandbrieven van dezelfde serie aankochten zonder dergelijke voordeelige voor waarden te kunnen stellen en die zich dus niet tegen eventueel koersverlies konden dekken, zou de uitgifte van een groot aantal dezer geprivilegeerde pandbrieven tengevolge van de onderlinge concurrentie een ernstig gevaar kunnen opleveren voor de betrokken bank. Immers de October wederom 5% pandbrieven tegen een koers van 10014 verkrijgbaar te stellen, waar door wij in de gelegenheid werden gesteld ons bedrijf verder uit te breiden. Intusschen zijn

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1918 | | pagina 6