10
Rente en aflossingen
Onder verwijzing naar onze algemeene beschouwing kunnen wij de volgende
specificatie geven van het bedrag aan renten en aflossingen op 31 December 1916
achterstallig.
Op ultimo December 1916 was achterstallig
aan rente f 888.32aan aflossingen f 350.
Deze bedragen waren op 1 Maart 1917 geheel voldaan, zoodat van de 631
debiteuren met een hypothecaire schuld van ƒ7.222.929.566 per 31 December 1916,
niemand achterstallig is.
Executie’s
Gedurende het afgeloopen jaar moest de Bank driemaal gebruik maken van het
recht van executie krachtens art. 1223 B. W.; tweemaal tengevolge van verzuim in de
betaling der rente en éénmaal m geval van faillissement van een debiteur, die twee
leeningen (Nos. 764 en 1001) ten zijnen laste had loopen.
Onze vorderingen voor hoofdsom, rente en kosten bleken alle voldoende gedekt
te zijn, zoodat dit jaar geen verlies geleden werd.
Op geen der onderpanden werd opnieuw hypotheek verleend.
Evenals vorige jaren geven wij hieronder de gespecificeerde cijfers der geëxecu
teerde leeningen.
Leening No.
Datum der leening.
Taxatie.
Verleend
bedrag.
Saldo der
leening.
Opbrengst.
740
8 Augustus 1911
f 5 000.-
f 3.500.—
f 3.200.—
f 4.700.-
764
15 April 1912
23.000.—
14.000.—
13.100.—
15.054.—
1001
6 Juni 1914
21.000.—
13.500.—
13.297.50
15.190.—
1165
1 November 1915
6.750.—
4.300.—
4.300.—
5.265.—