Mijne Heeren Zestiende Boekjaar. Ingevolge art. 46 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen boekjaar met bijvoeging van het rapport opgemaakt door de H.H. van Dien, van Uden Co., accountants te Amsterdam, als resultaat van het door hen ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde admi nistratie over 1915 en den stand der Vennootschap. In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders den 13 Maart 1915 gehouden, wer den de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1914 goedgekeurd, het dividend op 8nlo vastgesteld, terwijl verder als Commissarissen werden herkozen de H.H. D. HARMENS en Jhr. Mr. Dr. A. RÖELL. Beide Heeren namen hunne herbenoeming aan. Thans treden volgens rooster af de H.H. H. BEUCKER ANDRERE en Th. M. Th. van WELDEREN Baron RENGERS, die wij de eer hebben U voor herbenoeming aan te be velen. Alvorens een gedétailleerd verslag van de verrichtingen in ’t afgeloopen jaar aan te vangen, wenschen wij een korte algemeene beschouwing hieraan te doen voorafgaan. Terwijl wij in ons vorig verslag konden constateeren dat niettegenstaande den oorlogstoestand in Europa de resultaten van ons bedrijf alle reden tot tevredenheid gaven, is het ons aangenaam hier thans te kunnen vermelden dat 1915 in alle opzichten een zeer gunstig jaar voor onze instel ling is geweest, en waarin wij de gelegenheid hadden ons bedrijf aanmerkelijk uit te breiden. Terwijl 1914 reeds met een vooruitgang van ƒ418.950.aan uitstaande pandbrieven gunstig uitkwam tegenover de voorafgaande jaren, kunnen wij voor 1915 een accres aanwijzen van ƒ658.150.De bijzondere bloei van den landbouw in onze Provincie, waardoor vele gelden voor belegging beschikbaar kwamen, de meerdere waardeering van Hollandsche beleg gingsfondsen en speciaal van pandbrieven en mede het feit dat onze stukken wederom voor kwamen op de lijst van fondsen, welke in aanmerking komen voor de belegging der gelden van de R^jksverzekeringsbank en welke in pand gegeven kunnen worden door werkgevers, die het risico van de bjj de Ongevallenwet geregelde verzekering zelf wenschen te dragen, hebben tot dit goede resultaat bijgedragen. Wij stellen dan ook ten zeerste het vertrouwen in onze instelling op prijs en zullen dank zij de verkregen resultaten wederom in de gelegenheid zijn onze fnancieele positie door aanmerkelijke dotatie’s aan ons Reservefonds krachtig te versterken tot waarborg van onze pandbriefhouders. Deze versterking is des te meer gewenscht, waar wij niet uit het oog mogen verliezen dat de oorlog met zijn

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1915 | | pagina 7