4 pandbrieven vanaf ultimo December 1913 vermeerderd was met 268.300.brak in Augustus de oorlog uit. Onmiddellijk besloten wij ons bedrijf geheel stop te zetten en eene afwachtende houding aan te nemen. Door toevallige omstandigheden waren wij zoo gelukkig op genoemd tijdstip over ruime kasmiddelen de beschikking te hebben, terwijl wij geen gelden op prolongatie hadden uitstaan, aangezien wij toenmaals verwachtten deze gelden in den loop van Augustus op hypotheek uit te zetten. Met dezen stand van zaken konden wij rustig de gebeurtenissen af wachten. Behalve de niet meer verkrijgbaarstelling van gelden voor hypotheken, besloten wij ook den inkoop van aangeboden pandbrieven tot nadere aankondiging toe te weigeren. Gedurende de maanden Augustüs en September bleef de financiëele toestand onzer instelling onveranderd. Toen in October het algemeen vertrouwen eenigszins terugkeerde en ons bleek dat vele zeer goede hypotheken konden afgesloten worden tegen 51/* °/o rente, besloten wij over te gaan tot de uitgifte van 5 °/o pandbrieven pari, welke niet door ons ingetrokken kunnen worden vóór 1 Januari 1918, zoodat de houder de zekerheid krijgt tot dien datum 5 0 o rente te ontvangen. De tegenover deze pandbrieven afgesloten hypothecaire geldleenirigen werden dan ook voor een minimum tijd van 3 jaar aangegaan. In verband met deze uitgifte reduceerden wij den koers van uitgifte der 41/« °/o pandbrieven tot 95 °/o, en van de 4 °/0 pandbrieven tot 90 °/o. Tevens besloten wij onze 4 °/o en 4 ‘/a °/o pandbrieven weder in te koopen onder deze beperking dat wij niet meer inkoehten dan het bedrag dat door ons vanaf 1 October 1914 aan 4 °/o en 4^2 °/o pandbrieven werd ver kocht. Door deze beperking van den inkoop hadden wij de zekerheid niet tot een beroep op de Nederlandsche Bank tegen vergoeding van hooge rente genoodzaakt te worden. Intusschen zijn wij in de laatste maanden van het afgeloopen jaar door onze ruime kasmiddelen in de gelegenheid geweest alle aangeboden 4 °/o en 41/* °/o pandbrieven op de ge bruikelijke wijze van 1/i °/o beneden bovengenoemde koersen van uitgifte (95 °/o en 90 °/o) in te koopen. Onvoorziene omstandigheden uitgesloten, hopen wij ook in ’t vervolg met dezen terug koop voort te gaan en daarmede aan onze pandbrief houders de gelegenheid te geven zoo noodig hunne stukken te realiseeren, hetwelk in vergelijking met bijna alle andere effecten, die in dezen crisistijd moeilijk van de hand kunnen gedaan worden, een groot voordeel mag genoemd worden. De uitgifte der 5 °/o pandbrieven werd begonnen op 19 October 1914 en de vraag naar deze stukken gaf alle reden tot tevredenheid. Op 31 December 1914 hadden wij uitstaan aan 5 “/o pandbrieven voor een bedrag ad 171.300, zoodat de in onze circulaire dd. 19 October 1914 uitgesproken verwachting, dat vele gelden voor belegging beschikbaar waren, ons geenszins heeft teleurgesteld. Tegenover deze 5 °/o pandbrieven werd een bedrag ad 251.800 aan hypotheken tegen 5l/2 °/o rente uitgezet. Bij het afsluiten dezer leeningen zijn wij met bijzondere voorzichtigheid te werk gegaan en steeds meer of minder beneden ons statutair maximum van 65 °/o der ge taxeerde waarde gebleven. De in sommige bladen uitgesproken vrees, dat door de hooge hypo- theek-rente de kwaliteit der posten zou verminderen, is in de praktijk volkomen ongegrond gebleken. Integendeel de vraag naar hypotheken was zoo groot, dat alleen de allerbeste aan vragen door ons in behandeling genomen werden, met directe afwijzing van alle andere aanvragen. Behalve door de uitstaande hypotheken ad ƒ5.572 021.22 waren onze pandbrieven per 31 December 1914 ad f 5.578.500 verder gedekt door de niet gestorte 90 van ons kapitaal ad 900.000.—, door de kasmiddelen ad f 28.566.14, ons effectenbezit ad f 86.267 50, ons Reservefonds ad 72.986.06, en de onroerende goederen met inbegrip van het kantoor-

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1914 | | pagina 6