Gedurende het afgeloopen jaar moest de Bank van haar recht van executie driemaal gebruik maken bij twee executies bleek de vordering van de Bank voldoende gedekt te zijn, terwijl bij het andere geval het ons voorkwam dat het in het belang van de Bank was om een gedeelte van het onderpand in te koopen. Het betrof hier 5 huizen te Schiedam, hypothecair ten behoeve van de Bank verbonden voor een bedrag van 23500.en waarvan 3 panden door dé Bank werden inge kocht voor een bedrag van ƒ18400.Door tijdelijke omstandigheden waren deze huizen in waarde achteruit gegaan ze zijn thans in goeden staat van onderhoud en. rente gevend verhuurd. Tot ons leedwezen zal de Bank een verlies te duchten hebben op een te Santpoort gelegen pand; de finantieele afwikkeling van deze post zal plaats hebben in 1911. Waar ons deze schade thans reeds bekend is meenen wij in het belang van de Bank te handelen met nu reeds daarvoor de vereischte dekking aan te wijzen door op het hoofd reserve dubieuse debiteuren een bedrag te brengen gelijk staande met het te lijden verlies en het te verdeelen winstcijfer met bedoeld bedrag te verminderen. Het gestort bedrag van het Aandeeleu Kapitaal was op den 31 December 1910 geheel b elegd in de navolgende fondsen 9/o obligatiën Veenpolder van Echten in Friesland. °/o obligatiën Gemeente Weststellingwerf. °/o obligatiën Waterschap der Vijf Deelen Zeedijken Binnendijks. obligatie Provincie Friesland. °lo obligatiën Gemeente Haarlem. °/o obligatiën Gemeente Rotterdam. °/o obligatiën Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. °/o obligatiën Gemeente Amsterdam. °/0 obligatiën 6de en 7de Veendistrict in Friesland. °/o obligatiën Gemeente ’s Gravenhage. obligatiën Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij. °/o obligatie Gemeente Schiedam. obligatiën Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, l/o obligatie Gemeente Hilversum, obligatie 4de en 5de Veendistrict in Friesland. f 3000.— 3X/2 f 2000.— 31/* f 2000.— 3 J/a f 1000.— 3l[» f 43000.- 3*1» 12000.— 31/* 10000.— 31/* 10000.— 31/* f 2000.— 3lh f 5000.- 3 1/2 f 2000.— 4 °l f 1000.- 4 f 5000.- 4 f 1000.— 3 f 1000.- 4 Het belegd Reservefonds bestond op 31 December 1910 uit het navolgende: 8000.3'/2 °/o obligatiën 6de en 7de Veendistrict in Friesland. 5000.— 4 °/o obligatiën Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij. 2000 4 °lo obligatiën Gemeente Schiedam. f 2000.4 °/o obligatiën Gemeente Rotterdam. 5000.- 4 °/o obligatiën Malang Stoomtram-Maatschappij. 5000.4 'fi °/o pandbrieven Nederlandsch-Amerikaansche Hypotheekbank. 5000.4x/g °/o obligatiën Centrale Credietbank. 5000.4j/ï °/o pandbrieven Nederlandsche bankinstelling voor Waarden belast met Vruchtgebruik en Periodieke Uitkeeringen. 1000.4 obligatie 4de en 5de Veendistrict in Friesland. f 299.07 belegd in de Spaarbank te Léeuwarden.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1910 | | pagina 6