Tiende boekjaar.
offieeben/
Ingevolge artikel 46 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag
van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het tiende boekjaar. Wij voegen
hieraan toe het rapport opgemaakt door den Heer E. van DIEN, accountant te Amsterdam, als
resultaat van het door hem ingestelde onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1909 en
den stand van de Vennootschap.
In de Algemeene vergadering van Aandeelhouders gehouden den 18 Maart 1909, werden de
Balans en Winst- en Verliesrekening over het boekjaar 1908 goedgekeurd, het dividend op 7°/o
vastgesteld, terwijl verder als Commissarissen werden herkozen de Heeren Jhr. Mr. A. ROELL en
D. HARMENS, die hunne benoeming aannamen.
Thans treden volgens rooster af de Heeren H. BEUCKER ANDRERE en Th. M. Th. van
WELDEREN baron RENGERS, die wij de eer hebben U voor herbenoeming aan te bevelen.
Op 31 December 1909 was het aandeelen kapitaal, bestaande uit 1000 aandeelen, elk van
duizend gulden, waarop is gestort 10°/overdeeld als volgt
1 Aandeelhouder met 80 Aandeelen 30 Aandeelen.
1
25
25
ft
4
Aandeelhouders
ft
20
ft
80
1
Aandeelhouder
15
ft
15
3
Aandeelhouders
12
36
f
1
Aandeelhouder
11
ft
11
ft
37
Aandeelhouders
ft
10
ft
370
Aandeelhouder
8
ft
8
2
Aandeelhouders
7
14
2
6
12
40
5
200
3
4
12
9
3
27
105
transport 840
ft
ji
0
9
ft
1
n
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
V
ft
ft
ft
n
ft
ft
ft
ft
ft