Negende boekjaar.
offieeben/
Ingevolge artikel 46 der Statuten hebben wij de eer IJ hierbij aan te bieden het verslag
van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het negende boekjaar. Wij voegen
hieraan toe het rapport qpgemaakt door den Heer E. van DIEN, accountant te Amsterdam, als
resultaat van het door hem ingestelde onderzoek omtrent de gevoprde administratie over 1908 en
den stand van de Vennootschap.
In de Algemeene vergadering van Aandeelhouders gehouden den 21 Maart 1908, werden de
Balans en Winst- en Verliesrekening over het boekjaar 1907 goedgekeurd, het dividend op 6%
vastgesteld, terwijl verder de Heeren Jhk. Mr. P. J. van BEIJMA en P. A. van ROSSEM als Com
missarissen werden herkozen.
Met genoegen kunnen wij melden dat deze Heeren bereid zijn bevonden hunne benoeming
te aanvaarden.
Thans treden volgens rooster af de Heeren Jhr. Mr. A. RÖELL en D. HARMENS; de
gelegenheid om in deze twee periodieke vacatures te voorzien zal U aanstonds worden gegeven.
Op 81 December 1908 was het aandeelen kapitaal, bestaande uit 1000 aandeelen, elk van
duizend gulden, waarop is gestort 10°/o, verdeeld als volgt:
1 Aandeelhouder
met
30
Aandeelen
30
Aandeelen
1
25
25
4 Aandeelhouders
20
80
8
12
p
36
2
i»
11
D
22
38
n
10
380
n
2
8
p
16
2
7
V
14
p
1 Aandeelhouder
6
n
6
37 Aandeelhouders
5
185
j»
3
4
12
10
3
|p
30
104
transport
836
P
ïi
jj
p
ft