Zevende boekjaar. Ter voldoening aan het voorschrift van artikel 46 der Statuten hebben wij de eer U verslag uit te brengen van den toestand der Algemeene Friesche Hypotheekbank en van hare verrichtingen gedurende het jaar 1906, zijnde het zevende boekjaar. Tevens voegen wij hieraan toe het rapport opgemaakt door den Heer E. van DIEN, accountant te Amsterdam, als resultaat van het door hem in gestelde onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1906 en den stand der Vennootschap. In de algemeene vergadering van aandeelhouders, gehouden den 24 Maart 1906, werden de Balans en Winst- en Verliesrekening over het boekjaar 1905 goedgekeurd; het dividend vastgesteld op 6°/0. Verder werd de heer Mb. R. A. FOCKEMA, die volgens rooster als Commissaris aftreedt, weder als zoodanig herkozen en is het ons aangenaam hier te kunnen vermelden, dat de Heer FOCKEMA zich deze herbenoeming heeft laten welgevallen. De andere periodieke vacature in het college van Commissarissen, ontstaande door de uittreding van den Heer J. J. LA BREE, die voor eene eventueele herbenoeming niet weder in aanmerking wenschte te komen, zal althans tijdelijk onvervuld blijven. Wij brengen bij deze gaarne een woord van dank aan den heer J. J. LA BREE voor al hetgeen hij van den beginne af voor de Bank heeft gedaan. Thans treedt volgens rooster af de Heer Me. A. F. van HALL, de gelegenheid om in deze vacature te voorzien zal U straks worden gegeven, terwijl ook in de vacature ontstaan door het bedanken van den Heer J. E. SCHÖLTEN dient te worden voorzien. Op 81 December 1906 was het aandeelen kapitaal, bestaande uit 1000 aandeelen, elk van duizend gulden, waarop is gestort 10o/o, verdeeld als volgt: 1 Aandeelhouder met 80 Aandeelen 30 Aandeelen. 1 ff 25 25 5 Aandeelhouders 20 ff 3 ff ff 12 36 ff 1 Aandeelhouder 11 11 ff 00 co Aandeelhouders 10 380 ff 2 ff 8 ff 16 ff 1 Aandeelhouder 7 7 ff n n 71 m 100 ji fi n y

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1906 | | pagina 5