De afgesloten leeningen tot 1 Januari 1904 zijn verdeeld als volgt: A. Naar de grootte: tot en met 108 Leeningen bedragende 248.305.— hooger dan 9 - 10.000.— 29 Jt 224.400 j» n - 10.000.— - 20.000.— 42 - 580.250.- - 20.000.- - 30.000.— 15 - 367.250.— - 30,000.— - 40.000.— 12 - 426.500.— - 40.000.— - 50.000.- - 8 - 355.000.— hooger dan - 50.000.— 10 - 768.000.— 224 Leeningen bedragénde ƒ2.969.705.— B. Naar de wijze van afloSvSing: 153 Leeningen met periodieke aflossingen f 2.529.000. 22 voor een zeker aantal jaren vast- 340.400. 49 Annuïteits-Leeningen- 100.305. 224 Leeningen. 2.969.705. Naar de pandbrieven was een vrij geregelde vraag, zoo- dat wij kunnen wijzen op een uitgifte van 889.600.— welk bedrag, vermeerderd met het cijfer bij den aanvang des jaars ad - 1.436.250.— aangeeft een totaal op 31 December 1903 in verloop zijnde pandbrieven van f 2.325.850.— Zoodat minder is uitgegeven dan volgens de Statuten mocht geschieden, een bedrag van .N f 42.169.496 De gewone jaarlijksche vergadering van aandeelhouders werd gehouden ten vorigen jare den 4 April 1903, in welke de Balans en iWinst- Verliesrekening over hef afgeloopen boekjaar 1902 werden, vastgesteld en in welke vergadering, conform het voorstel van den Baad van Toezicht, werd bepaald om van de behaalde netto winst ad f 4.643.88, na aftrek van de aan het reservefonds komende 10 °/o, te voldoen voor dividendbewijs Nummer 2 4.000. of 4°/o en het restant te doen strekken voor de betalingder bedrijfsbelasting, terwijl op nieuwe rekening kon worden gebracht f 79.50. f 5000.— f f 5.000.- 71 71 7i - 71 Ti 71 71 71 71 Ti Ti T Ti Ti n 71 Ti Ti 7t 71 7i Ti 7i 71 71 71 71 71

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1903 | | pagina 7