De gewone jaarlijksche vergadering van aandeelhouders werd gehouden
ten vorigen ]ure den 5 April 1902, in welke de Balans en Winst- en Verlies-
rekening over het boekjaar 1901 werden vastgesteld en in welke vergade
ring, conform het voorstel van den Raad van Toezicht, werd bepaald om van
de behaalde netto winst ad f 2888,17®, na aftrek van de aan het reservefonds
komende 10 °/ote voldoen voor dividendbewijs nummer I f 2500.— of 2V/o en
het restant te doen strekken voor de bétaling der bedrijfsbelasting, terwijl op
nieuwe rekening kon worden gebracht f 36.86.
De Winst- en Verliesrekening over 1902 toont aan een winst van f 12737,55
Van deze winst is afgeschreven
a. Op Meubilair 1f 1093,67
b. Op Koersrekening Pandbrieven- 7000,
Totaal
Zoodat het saldo der Winst- en Verliesrekening bedraagt
Van dit saldo komt 10 °/o aan het‘reservefonds, ad
Blijft
Wij stellen voor van dit bedrag te bestemmen een dividend
van 4°/o voor dividendbewijs nummer II
Resteert
waarvan kan worden betaald de bedrijfsbelasting ad
terwijl op nieuwe rekening kan worden gebracht het restant ad
8093,67
f
4643,88
464,38
f
4179,50
4000.—
f
179.50
-
100
f
79,50
De rekening „Meubilair” komt na de afschrijving dan nog voor op de
balans tot een bedrag van 1.— en de rekening „Koersrekening Pandbrieven”
tot een bedrag van f 4385,50.
Het is ons ten slotte eene aangename taak een woord van waardeering
te richten tot Heeren Directeuren voor den ijver en de toewijding waarmede
zij in het afgeloopen jaar wederom de belangen der Bank hebben behartigd.
Leeuwarden, 4 April 1903.
De Raad van Toezicht:
R. BLOEMBERGEN Ezn.
H. BEUCKER ANDREM.
D. HARMENS.
-
-